“Mondmaskers worden het nieuwe normaal”. Eerst mocht het niet, nu zou het moeten. Maar het overgrote deel van die mondmaskers werkt slechts in één richting: besmette mensen geven het virus niet door. Het is te zeggen, de kans is iets kleiner. Tenminste, als ze correct gebruikt worden, om de paar uur worden vervangen, er niet aan gefrunnikt wordt, etc.
De ‘professionele maskers’ worden logischerwijze voorbehouden aan medische en andere essentiële beroepen. En de vrijwilligers naaiden naarstig verder aan hun stoffen maskertjes… Het lokaal gemeentebestuur bezorgt elke burger één exemplaar, want je kan als burgemeester toch niet achterblijven?
Winkeleigenaars en personeel krijgen nu al het verwijt dat ze niet meehollen in de ratrace om de properste te zijn. De politie controleert op basis van eigen interpretaties van onduidelijke regels. Toegegeven: ik benijd ook hun positie niet.
Ondertussen is er een ‘Generieke Gids’ die elke bedrijfssector verder kan specifiëren. Hopelijk worden het aanbevelingen en geen verplichte, en verschillende regels, en dus nog meer twijfels. De media jagen politici op. De oppositie dreigt en zegt dat iedereen over een ‘professioneel’ mondmasker moet beschikken. Zolang de voorraad strekt?
Mogen alsjeblieft alle maskers nu afvallen? Mensen die straks op straat geen mondmasker dragen, zullen langs alle kanten worden belaagd. De heisa rond de mondmaskers is kenschetsend voor de samenleving waarin we terechtkomen. Een collectieve smetvrees evolueert naar een sociale in plaats van virale infectie. Eén ding is zeker: wanneer mijn mondmaskertje straks in de brievenbus valt, dan zal ik het inkaderen.