Buurtsuper.be reageert op de woedende supermarktoorlog

De allereerste supermarkt - een Delhaize opende in 1957 zijn deuren aan het Flageyplein in Elsene. Al snel ruilde de Belg de lokale middenstand in voor de supermarkt. Want wie zegt nu neen tegen keuze in overvloed, alles op één plaats, grote parkings én… scherpe prijzen en promo's bij de vleet? Vandaag, ruim 60 jaar later, besteden we bijna 26 miljard euro per jaar aan voedingsproducten, en hebben we de keuze te winkelen tussen 600 super- en hypermarkten (Colruyt, Delhaize, Carrefour e.a.), bijna 750 'hard discounts' (Aldi en Lidl) en nog eens ruim 1.350 zelfstandige supermarkten (AD Delhaize, Carrefour Market, Spar Colruyt).

Dat Colruyt met het leeuwendeel van die centen gaat lopen, erkennen vriend en vijand. Delhaize en Carrefour bikkelen om het zilver. De discount winkels knabbelen hier mee. Met allen de focus op de laagste prijzen.

Revival van de kleintjes

Al is die focus op de laagste prijzen maar één aspect van het verhaal. Want sinds enkele jaren zit de klad erin, zo blijkt uit een analyse van marktonderzoeksbureau Nielsen. De klassieke grootwarenhuizen en hypermarkten verliezen in totaliteit al zes jaar op rij marktaandeel. Het rapport dicht hen nog een kleine helft van de consumenten toe (49,5 procent). Tegelijk plafonneert het marktaandeel van de hard discounters. De middelgrote buurtwinkels type AD Delhaize, Carrefour Market of nog OKay (van Colruyt) zijn de grote winnaars.
“Het koopgedrag van de consument is aan het verschuiven”, zegt Luc Ardies van Buurtsuper.be. “De tijd van de overvolle winkelkarren om de week of zelfs twee weken ligt achter ons. Consumenten kiezen nu voor meerdere inkoopmomenten doorheen de week, last minute én ook op zondag, in een kleinere winkel in de buurt.”

Voeg daar nog het verdwijnen van de lokale bakker en slager aan toe - een rol die de buurtsuper dankbaar heeft overgenomen - en de hang bij steeds meer mensen naar een persoonlijkere service en lokale authenticiteit, als tegenreactie op de anonieme, geïndividualiseerde samenleving, en je snapt meteen de huidige revival van de buurtsupers.
“En doordat de meeste van die zelfstandige uitbaters aangesloten zijn bij de grote distributiegroepen, kunnen ze ook een ruim assortiment aanbieden tegen competitieve prijzen”, aldus nog Luc Ardies.

Overleeft de supermarkt de 21ste eeuw?

Blijft de hamvraag hoe we (over)morgen boodschappen zullen doen. Zullen we in de kassaloze winkel shoppen, zoals die waar Amazon momenteel mee experimenteert? Zullen onze brievenbussen een koelkast worden waarin de koerier onze versproducten aflevert, zoals de Zweedse supermarkt ICA doet? Of pikken we onze bestelling onderweg op in een afhaalpunt naar keuze, model waar de traditionele spelers nu op inzetten?

Dat is vooralsnog koffiedik kijken. Al geloven specialisten niet dat e-commerce het begin van het einde zou zijn voor de fysieke supermarkt. “Al zeker niet voor voeding”, zegt Luc Ardies. “In België wordt momenteel slechts één procent van de voeding online gekocht. Zelfs in Nederland, dat al verder staat dan wij, gaat het nog maar om anderhalf procent. Bovendien telt ons land zoveel supermarkten en voedingswinkels dat de toegevoegde waarde van online bestellen en thuis leveren niet zo spectaculair is, om nog te zwijgen van het kostenplaatje.”

Bron: Het Nieuwsblad

Lees het volledige artikel hier.