Nieuw sociaal akkoord voor zelfstandige kleinhandel en supermarkten

Luc Ardies (UNIZO/Buurtsuper.be) onderhandelde als woordvoerder van de werkgevers, beide sociale akkoorden: “Het akkoord bewijst de constructieve sfeer die de onderhandelaars ondertussen hebben opgebouwd. Zowel werkgevers- als werknemers zijn zich bewust van de mogelijkheden en beperkingen binnen een zeer heterogeen Paritair Comité dat bevoegd is voor meer dan 23.000 werkgevers en 100.000 werknemers.”

Het sectorakkoord van PC201 en PSC 202.01 voorziet vanaf 1 november 2019 dat het gemiddeld minimum maandinkomen, de barema’s en de werkelijk betaalde maandlonen worden verhoogd met €21 bruto per maand. In tegenstelling tot andere paritaire comité’s dient hiermee geen éénmalige premie te worden betaald om de periode 1/1/19 – 1/11/19 te overbruggen. In de paritaire comité’s voor de grootwarenhuizen en supermarktketens bedraagt de opslag van de maandinkomens €26. De fietsvergoeding van 0,23 EUR per km wordt verhoogd tot 0,24 EUR per km met een maximum van 40 km per dag heen en terugreis. Er wordt een (pro rata) uitbetaling van de eindejaarspremie voorzien wanneer het arbeidscontract in onderling akkoord tussen werkgever en -nemer wordt beëindigd.

Voor het overige worden de bestaande sectorale cao’s betreffende het tijdskrediet (voor de ondernemingen vanaf 20 werknemers) en SWT (vroegere brugpensioen vanaf 5 werknemers) zondermeer verlengd voor de duurtijd van dit sectorakkoord. Winkelbedienden die een door het Sociaal Fonds erkende opleiding volgen zullen hiervoor een attest krijgen.

De sociale partners zullen een onafhankelijke expert inschakelen om de impact van de veranderingen in de sector te onderzoeken op vlak van consumententrends, de tewerkstelling en rendabiliteit van de ondernemingen. Dat onderzoek biedt hen de gelegenheid om in voorbereiding van het sectoroverleg een bijdrage te kunnen leveren tot een leefbare detailhandel en kwaliteitsvol werk  voor zowel werknemers als werkgevers. Tot slot engageerden de sociale partners zich om de verdere evolutie van de reglementering rond de harmonisatie van het aanvullend pensioen voor de arbeiders en de bedienden op te volgen en indien nodig passend te interveniëren.