Belgische bloemkool

Kristof begint zijn bloemkool half september te planten, het oogsten start ongeveer begin december. “Maar we planten door tot half maart en oogsten tot eind mei”, vertelt hij. De bloemkool heeft dus twee à drie maanden nodig om te groeien. Die trage teelt heeft z’n voor- en nadelen.

“Traag is goed en slecht. Goed omdat er weinig fouten kunnen gebeuren, want je bent er altijd snel bij. Maar tegelijk houdt het een risico in, want als je een foute beslissing neemt, ondervind je er ook lang de gevolgen van.” 

Wat kan er dan zoal foutlopen? “Dé grootste uitdaging is het water. Het kan buiten vijf graden zijn, maar toch zonnig. Dan kan de temperatuur in de serre snel oplopen tot twintig graden en hebben de planten veel water nodig. Maar als het de dag erna bewolkt is, dan blijft het koel in de serre en heb je de dag ervoor misschien te veel water gegeven. Het is dus constant zoeken naar het juiste evenwicht.”

Een ideale temperatuur in de serre is er niet. Kristof moet vooral de vorst buitenhouden. “De serre verwarmen doen we enkel als het vriest. We zouden altijd kunnen stoken, de bloemkool zou dan ongetwijfeld sneller groeien. Maar dat is onbetaalbaar. En het is nog altijd het beste om de natuur gewoon haar gang te laten gaan.” 

Omdat zijn bloemkool in de serre staat, moet Kristof bijna geen gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Biologisch mag hij zijn teelt niet noemen omdat hij niet in volle grond teelt, maar gezond zijn z’n bloemkolen wél. “Zeker in vergelijking met de Spaanse en Zuid-Franse bloemkolen, die buiten staan en dus veel meer behandeld worden”, weet hij.

“Er is hier veel controle op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Bovendien zijn die producten heel duur. Elke teler zal dus altijd proberen om niet of zo weinig mogelijk te spuiten.” Bij Kristof liggen er ook zonnepanelen, en er wordt geen druppel water verspild in zijn bedrijf. Alles wordt opgevangen en hergebruikt. En dat is zo bij de meeste telers.

“Zelfs de meest traditionele landbouwer is eigenlijk ecologisch bezig. De mensen weten dat te weinig. Nochtans mogen we daar gerust trots op zijn.” 

Kristof laat zijn bloemkolen leveren bij BelOrta. De veiling in Sint-Katelijne-Waver ligt dicht bij de populaire groothan-delsmarkten in Antwerpen en Brussel, die de ideale afzet bieden voor zijn bloemkolen. Momenteel teelt hij ook een beetje romanesco (of torentjesbloemkool), met z’n geelgroene kleur en speciale groeivorm een heel decoratieve groente.

“Iets exclusiever, maar de mensen koken thuis tegenwoordig zoals in de restaurants. Daarom zie ik er wel toekomst in. Volgend jaar ga ik ook paarse en oranje bloemkool kweken. Zo probeer ik altijd weer een extra stukje van de markt in te nemen.” 

Kristof gaf vroeger zelf nog teeltbegeleiding aan collega- tuinbouwers. Dus hij weet wel hoe hij zo’n nieuwe teelt moet aanpakken. “Net dat innoveren en uitproberen vind ik zo fijn aan mijn beroep”, glundert hij. En proeven van zijn bloemkool, want die hij lust hij wel. “Vers van het veld, koud en rauw in stukjes gesneden. En zonder saus, hé.  Zo vind ik hem het lekkerst!”